Evaluatie bedrijfsopvolgingsregeling door CPB – gevolgen voor de landbouw
31 mei 2022 | Door: Arne de Beer
Eind mei verscheen het evaluatierapport van het CPB over de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). Niet ter discussie staat dat bedrijfsopvolgingen niet onmogelijk mogen worden gemaakt door schenk- en erfbelasting. Ondertussen zijn er al langer berichten dat de 100% en 83%-vrijstelling voor veel bedrijfsoverdrachten hiervoor niet nodig zijn en een cadeau-effect hebben. Wat zijn bevindingen van het CPB en wat kan dit betekenen voor de BOR in de landbouw?
CPB: overheidsgeld met bedrijfsopvolgingsregeling niet goed besteed
De centrale vraag in de evaluatie is in hoeverre de bedrijfsopvolgingsregelingen noodzakelijk, doeltreffend en doelmatig zijn. De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) is ooit ontstaan voor bedrijfsopvolgingen in de landbouw. De regeling bestaat tegenwoordig uit 3 onderdelen (bedragen 2021):
- Waarderingsfaciliteit: 100%-vrijstelling: verschil liquidatiewaarde -/- goingconcernwaarde.
- 100%-vrijstelling: waarde onderneming tot 1.119.845 euro.
- 83%-vrijstelling: deel waarde onderneming boven 1.119.845 euro.
Waarderingsfaciliteit BOR
Het aandeel bedrijfsoverdrachten en het totale belastingvoordeel van de BOR voor ib-ondernemers zijn sterk geconcentreerd in de landbouw. Vooral de ‘waarderingsfaciliteit’ van de bedrijfsopvolgingsregeling is belangrijk voor de landbouwsector. Bedrijfsoverdrachten tegen vrije waarde zijn in de landbouw voor de opvolgers niet haalbaar. De waarderingsfaciliteit in de BOR sluit volgens het CPB aan bij het doel van continuïteit. Het CPB lijkt in de evaluatie te bevestigen dat de waarderingsfaciliteit belangrijk is en niet kan worden afgeschaft zonder het doel van de BOR in gevaar te brengen.
100% en 83%-vrijstelling BOR
Voor de 100%- en 83%-vrijstelling is de conclusie van het CPB heel anders. De kosten van deze vrijstellingen zijn onnodig hoog. In de loop van de jaren is de regeling steeds ruimer geworden. Volgens het CPB is de regeling nu zo ruim dat er onnodig vrijstellingen van schenk- en erfbelasting worden verleend. Ook als er voldoende privémiddelen beschikbaar zijn om schenk- erfbelasting te betalen geldt de vrijstelling. Als dat geld er niet is, is een betalingsregeling schenk- erfbelasting voldoende zijn voor de bedrijfscontinuïteit. Het CPB geeft in overweging om de 100% en 83%-vrijstellingen te vervangen door een ruimere betalingsregeling van schenk- erfbelasting.
Doorschuifregelingen inkomstenbelasting
Het CPB heeft ook de doorschuifregelingen in de inkomstenbelastingen onderzocht. Doorschuiving voor de inkomstenbelasting komt veel voor bij bedrijfsopvolgingen in de landbouw. Afrekening over de hoge belaste meerwaarden van bijvoorbeeld fosfaat- en andere productierechten zou een bedrijfsopvolging onmogelijk maken. Het CPB concludeert dat er onvoldoende gegevens over de doorschuiving in de inkomstenbelasting beschikbaar zijn om conclusies te trekken. Wel wordt geconstateerd dat het overheidsgeld beter wordt besteed dan bij de BOR. Bij doorschuiving wordt de belastingclaim immers doorgeschoven, en is er geen vrijstelling.
Gevolgen bedrijfsopvolgingsregelingen?
Het CPB trekt geen conclusies over de doorschuivingsregelingen inkomstenbelasting. Naar verwachting zullen de doorschuivingsregelingen inkomstenbelasting niet worden gewijzigd.
Dat is anders voor de BOR. Er liggen voor deze regeling al langer beleidsvoorstellen voor aanpassing (in het ‘Bouwstenenrapport’). Deze plannen variëren van versobering tot zelfs afschaffing van de BOR. Bij versobering gaat het vooral om lagere vrijstellingen: van 25% tot een waarde 5 mio euro. Bij een afschaffing zou de BOR worden vervangen door een betalinguitstel van schenk- erfbelasting voor 10 jaar of langer, met rente.
Het laatste regeerakkoord ondersteunt de continuïteit van familiebedrijven door (reële) bedrijfsopvolging eenvoudiger en eerlijker te maken. Tegelijkertijd moet oneigenlijk gebruik van de regeling worden tegengegaan. Het CPB toont met cijfers uit het verleden aan dat de 100%- en 83%-vrijstelling in de BOR te ruim is gezien het gestelde doel van bedrijfscontinuïteit. Het CPB stelt voor om deze onderdelen van de regeling te heroverwegen. Het CPB stelt niet de waarderingsfaciliteit ter discussie. Terecht, want de waarderingsfaciliteit in de BOR is essentieel voor de continuïteit in de landbouw.
Prinsjesdag 2022
Het kabinet beoordeelt de CPB-evaluatie op Prinsjesdag 2022. Er moet rekening mee worden gehouden dat er dan maatregelen volgen om de voordelen van de bedrijfsopvolgingsregeling schenk- erfbelasting te beperken. Zo lang de regeling nog niet is gewijzigd kan je als ondernemer nog gebruikmaken van de ruime bedrijfsopvolgingsregeling zoals die er nu is.