Banner

Geen aanspraak verpachter op fosfaatrechten bij recht van opstal

11 januari 2023 | Door:  Annelou Olde Beverborg

In de praktijk komt geregeld de volgende situatie voor. Een pachter pacht een hele boerderij en bouwt zelf een stal op het erf. Vaak vestigt pachter hiervoor een recht van opstal, zodat helder is dat hij eigenaar is van de stal. Hoe werkt dit uit voor de aanspraak van de verpachter op fosfaatrechten? Daarover wees het Pachthof recent een interessante uitspraak1 .

Hoe zat het ook alweer?

Het Pachthof heeft in uitspraken uit 2019 al geoordeeld dat de fosfaatrechten in beginsel van de pachter zijn. Alleen als de verpachter langdurig bedrijfsmiddelen aan de pachter ter beschikking heeft gesteld, heeft de verpachter een aanspraak op fosfaatrechten. Dat is het geval, als:

  • op 2 juli 2015 een reguliere pachtovereenkomst of een geliberaliseerde pachtovereenkomst van 12 jaar of langer bestond;
  • het hoevepacht, of pacht van een gebouw voor de melkveehouderij, of pacht van minimaal 15 ha grond betreft.

Is bijvoorbeeld sprake van hoevepacht (lees: pacht van een hele boerderij), dan maakt verpachter aan het einde van de pachtovereenkomst aanspraak op de fosfaatrechten die met de hoeve samenhangen. De verpachter ontvangt deze fosfaatrechten en betaalt aan de pachter een vergoeding van 50% van de marktwaarde.

Om de omvang van de aanspraak te bepalen, worden de fosfaatrechten voor 50% toegerekend aan de gebouwen en voor 50% aan de grond, en vervolgens naar de verhouding eigendom/pacht.

Situatie in de uitspraak

In de recente uitspraak speelde het volgende. Vader van pachter pachtte een hoeve (lees: hele boerderij) van een landgoed. In 1980 vestigde hij een recht van opstal en bouwde zelf een ligboxenstal. Zoon volgde vader in de loop der jaren op als pachter. In 2018 eindigde de pacht tussen het landgoed en pachter. Omdat er sprake was van hoevepacht maakte het landgoed aanspraak op de fosfaatrechten die met het gepachte samenhingen. Tussen partijen ontstond discussie over de vraag of de ligboxenstal ook meetelde voor deze aanspraak.

Tussenuitspraak 24 mei 2022

In de tussenuitspraak van 24 mei 2022 oordeelde het Pachthof al dat de ligboxenstal niet meetelt voor de aanspraak van verpachter. Het Pachthof overweegt dat de aanspraak van verpachter een uitzondering is op de hoofdregel dat de fosfaatrechten van pachter zijn. Van een uitzondering is bijvoorbeeld sprake bij hoevepacht. Deze uitzondering vindt zijn rechtvaardiging in het feit dat verpachter langdurige bedrijfsmiddelen ter beschikking heeft gesteld. Het landgoed heeft in dit geval geen ligboxenstal ter beschikking gesteld. De pachter heeft zelf een eigen gebouw opgericht waarvan hij eigenaar is. Dit betekent dat de ligboxenstal niet meetelt bij de berekening van de aanspraak van verpachter.

Uitspraak 27 december 2022

In de (vervolg)uitspraak van 27 december 20222  oordeelt het hof over de toerekening van de fosfaatrechten. De fosfaatrechten worden voor 50% toegerekend aan de gebouwen. Voor de toerekening naar de verschillende gebouwen, geldt als uitgangspunt het melkvee (de GVE) waarop de fosfaatrechten zijn toegekend en de aanwezigheid van GVE in de melkveestallen. Voor het aandeel dat de ligboxenstal heeft bij de toekenning, zal worden uitgegaan van de gemiddelde aanwezigheid van GVE in 2015. Deze gemiddelde aantallen zijn terug te vinden in de Gecombineerde Opgave 2016.

Het deel van de fosfaatrechten dat aan de ligboxenstal toegerekend wordt, blijft dus voor pachter.

Het hof heeft beslist hoe de fosfaatrechten moeten worden toegerekend aan gebouwen. Hoe de aanspraak van de verpachter in deze concrete zaak voor partijen uitpakt, is nog niet geheel duidelijk. De pachter had nog niet de gecombineerde opgave 2016 overgelegd en dient dit alsnog te doen.

 

1ECLI:NL:GHARL:2022:4228

2 ECLI:NL:GHARL:2022:11161

Annelou Olde Beverborg

Annelou Olde Beverborg

Juridisch adviseur

088 2531324 | aoldebeverborg@alfa.nl


Meer over Annelou