Banner

Economisch eigendom

4 juli 2022 | Door:  Mike van der Wekken

Het begrip economisch eigendom is een puur fiscaal begrip. Dit begrip komt niet voor in het Burgerlijk Wetboek. Economisch eigendom wordt in de praktijk vaak gebruikt om gemakkelijk het eigendom over te dragen zonder daarvoor naar de notaris te hoeven. De levering kan namelijk vormvrij en hoe partijen het zelf willen. Daarnaast blijft het juridische eigendom bij de oorspronkelijke verkoper. Het toepassen van het economisch eigendom vindt vaak plaats bij maatschappen, vof’s en hybride structuren. Voor de praktische toepassing heeft de Hoge Raad laatst in het arrest van 10 juni 2022 (ECLI:NL:HR:2022:852) extra informatie gegeven over de vraag: wat is economisch eigendom en hoe beoordeel je of die eigendom is ingebracht in een vennootschap? Hieronder zal ik hier dieper op ingaan.

Achtergrond

Drie personen zijn in 2007 een commanditaire vennootschap aangegaan voor gezamenlijke rekening en risico om een landbouwbedrijf uit te oefenen. Hierbij zijn twee beherende vennoten en één commanditaire vennoot. Eén vennoot brengt bij aanvang van de vennootschap landbouwgronden in. Na verloop van tijd zijn deze landbouwgronden meer waard geworden. De andere vennoot (eiser) vindt dat hij recht heeft op deze waardevermeerdering, doordat de andere vennoot bij de inbreng het economische eigendom van deze landbouwgronden heeft ingebracht. Hierdoor is hij van mening dat hij als één van de vennoten meedeelt in de waardevermeerdering. 

Uitspraak

De rechtbank geeft gelijk aan de vennoot dat hij meedeelt in de waardevermeerdering van de landbouwgronden. Het hof wijst de vordering daarentegen af. Bij de Hoge Raad komt in cassatie de vraag naar voren wat is economisch eigendom en overweegt hierbij dat het begrip geen vastomlijnde inhoud heeft. Met het begrip economisch eigendom wordt immers gedoeld op het bestaan van een aantal verbintenisrechtelijke rechten en verplichtingen met betrekking tot een goed, die niet in alle gevallen dezelfde inhoud behoeven te hebben. De Hoge Raad geeft aan dat inbreng van de economische eigendom van een goed in een vennootschap kan inhouden dat niet slechts het gebruik of genot van het goed wordt ingebracht, maar dat ook de waarde daarvan tot het bedrijfsvermogen van de vennootschap gaat behoren. Hiermee geeft de Hoge Raad aan dat het afhangt van de (vastgelegde) afspraken tussen partijen of sprake is van het meedelen in de waardestijging bij de inbreng van het economische eigendom van de landbouwgronden.
Een onderdeel die de Hoge Raad meegeeft en dat hierbij kan meespelen is een crediteringsbeding, oftewel of de waarde van het goed (in casu landbouwgrond) geactiveerd wordt op de balans van de vennootschap. De inbrengwaarde wordt hiermee ook duidelijk. 

De Hoge Raad vernietigd de uitspraak van het hof doordat er onvoldoende aandacht is besteed aan zo’n crediteringsbeding. Tevens heeft het hof zijn oordeel over de uitleg van de overeenkomst onvoldoende gemotiveerd (Haviltex-maatstaf). Er is niet voldoende aandacht gegeven aan de redenen van partijen voor het aangaan van de vennootschap en het inbrengen van de landbouwgronden.

Praktijk

Met dit arrest geeft de Hoge Raad extra handvatten over het fiscale begrip economische eigendom en de beoordeling of het economische eigendom is ingebracht in een vennootschap. Van belang is het wel of niet opnemen van het goed op de balans. Daarnaast zijn de feitelijke omstandigheden van de overeenkomst zelf, de bedoeling van de partijen en de uitvoering van de overeenkomst van belang. Heb je zelf economisch eigendom ingebracht en heb je vragen of de vastlegging van het economische eigendom over de uitleg van de overeenkomst neem dan contact met ons adviesteam van fiscalisten en juristen op.

Mike van der Wekken

Mike van der Wekken

Fiscaal adviseur

088 2533240 | mvdwekken@alfa.nl


Meer over Mike