Tineke Hoekstra
Juridisch adviseur
088 2532338 | thoekstra@alfa.nl
23 december 2020 | Door: Tineke Hoekstra
Vorige week heeft het college van Gedeputeerde Staten besloten dat extern salderen ook in Fryslân mogelijk is voor bedrijven met dier- of fosfaatrechten. Eind 2019 was het besluit hierover nog uitgesteld. Het college wenste namelijk eerst meer duidelijkheid over een registratiesysteem en de situatie rondom de PAS-melders. Na behandeling van de Stikstofwet in de Tweede Kamer waarin bovenstaande zaken nader worden belicht, stelde het college de Provinciale Beleidsregels intern en extern salderen per 19 december 2020 open voor de provincie Fryslân. Na een jaar wordt de regeling geëvalueerd voordat besloten wordt om deze te verlengen.
In de provincie Groningen was extern salderen al opengesteld.
De beleidsregels worden toegepast bij de beoordeling van aanvragen voor een vergunning. Als in een aanvraag wordt aangegeven dat er gebruik wordt gemaakt van intern of extern salderen beschrijven de beleidsregels de voorwaarden hiervan. Zie ook ons nieuwbericht voor meer informatie over de verschillen tussen intern en extern salderen en je stikstofreferentie van 16 december 2019: Provincies stellen beleidsregels aanpak stikstof vast - Alfa Accountants en Adviseurs.
Bij saldering is het uitgangspunt dat alleen feitelijk gerealiseerde capaciteit hiervoor in aanmerking komt. De gebouwen moeten daadwerkelijk gerealiseerd zijn en in gebruik zijn genomen. Er hoeven geen dieren meer te worden gehouden om gebruik te maken van extern salderen; als de gebouwen maar wel weer kunnen worden gebruikt voor de vergunde activiteit zonder dat hiervoor een nieuwe natuurvergunning nodig is. Als bijvoorbeeld de boxen uit de stal zijn verwijderd en de melkput is volgestort, dan is externe saldering niet langer mogelijk.
Een belangrijk aspect bij extern salderen is de voorwaarde dat Gedeputeerde Staten vooraf een schriftelijke overeenkomst wenst te hebben waarin partijen de afspraken over extern salderen hebben vastgelegd. Hieruit moet onder andere blijken dat de saldogever instemt met een tijdelijke (bij lease) dan wel gehele (bij verkoop) beperking van zijn (milieu)toestemming. Slechts dan wordt een aanvraag waarbij gebruik wordt gemaakt van extern salderen in behandeling genomen.
Om alle overdrachten via extern salderen tussen partijen te monitoren is het stikstofregistratiesysteem in het leven geroepen.
In Groningen is daarnaast nog een regionaal stikstofregistratiesysteem ontwikkeld waarin de depositieruimte die vrijgemaakt is door o.a. extern salderen gebruikt kan worden bij het verlenen van natuurvergunningen.
Nieuw in de beleidsregels is de mogelijkheid om (een gedeelte van) de stikstofruimte te verleasen. Dit kan echter alleen voor projecten van tijdelijke aard die binnen twee jaar worden afgerond. Langdurige verlease van stikstofruimte is dus niet mogelijk.
Bij verlease draag je tijdelijk een gedeelte van je stikstofruimte aan een partij over die de ruimte kan gebruiken voor een (relatief) kortdurend project zoals de aanleg van een weg of bouw van een fabriek. Nadat het project afgerond is moet dit opnieuw worden gemeld bij Gedeputeerde Staten waarna de tijdelijke beperking van de saldogever wordt opgeheven.
Deze constructie kan echter nadelig uitpakken voor een saldogever die beschikt over een melding Activiteitenbesluit. Vraag daarom in zo’n situatie altijd onze adviseurs om advies.
Als je gebruik wilt maken van extern salderen vindt er afroming van 30 % van de ammoniakemissie plaats. Dit houdt niet automatisch in dat de overige 70 % volledig door de saldo-ontvanger op zijn bedrijf kan worden gebruikt. Dit hangt namelijk af van de invloed van de depositie van het ontvangende bedrijf ten opzichte van stikstofgevoelige Natura2000-gebieden. Een berekening in de vernieuwde AERIUS-calculator kan dit inzichtelijk maken.
Bij lease zal na verloop van de leaseperiode de volledige 100 % van de ammoniakemissie weer ter beschikking komen aan de saldogever. In tegenstelling tot meerderjarige verlease van fosfaatrechten vervalt de afgeroomde emissie dus niet.
De link naar fosfaatrechten wordt wellicht gauw gelegd maar er zitten meer wettelijke verschillen tussen beide bedrijfsmiddelen. Afroming bij externe saldering van stikstofruimte vindt altijd plaats, óók als de externe saldering plaatsvindt tussen twee locaties van dezelfde eigenaar of bij saldering binnen familieverband. Van afroming kan slechts worden afgezien indien de saldo-ontvanger een project start dat noodzakelijk is voor de realisatie van de doelen in een Natura2000-gebied.
Een ander aandachtspunt is dat bij verkoop de niet-gerealiseerde capaciteit van de overdragende partij ook wordt ingenomen voordat een milieuvergunning aan de verkrijgende partij wordt verstrekt. Met de afroming van 30 % en de inname van niet-gerealiseerde capaciteit kan een verleende milieuvergunning van saldogever hierdoor snel inkrimpen. Het is daarom van belang om vooraf inzicht te krijgen op de gevolgen van extern salderen.
We gaan er op grond van jurisprudentie vanuit dat er ten aanzien van ‘stikstofrechten’ sprake is van een bedrijfsmiddel. Dit houdt in dat bij verkoop een herinvesteringsreserve (HIR) met betrekking tot de fiscale boekwinst gevormd kan worden. Bij aanschaf van nieuwe bedrijfsmiddelen kan de HIR weer worden afgeboekt.
Voorts zal bij verkoop of lease van ‘stikstofrechten’ naar onze mening omzetbelasting verschuldigd zijn over de vergoeding. Het betreft het algemene (21 %) tarief.
Het is en blijft van groot belang om inzicht te hebben op de stikstofsituatie van je bedrijfslocatie. De mogelijkheden om stikstofruimte te verkrijgen zijn sinds vorige week verruimd maar realiseer je ook dat er nogal wat voorwaarden bij intern en extern salderen komen kijken.
Voor meer informatie hierover kan je vanzelfsprekend contact met ons opnemen.