Tom van de Wassenberg
Klantbeheerder
088 2533455 | tvdwassenberg@alfa.nl
27 oktober 2021 | Door: Tom van de Wassenberg
Er is genoeg te doen rond de varkenshouderij in Nederland. Maar Mark Ketelaars wordt er niet warm of koud van. Over de vraag ‘of er nog toekomst is en of de vraag naar vlees blijft’ haalt hij zijn schouders op.
Met vleesvarkens op drie locaties heeft de inwoner van Maren-Kessel een bedrijf van meer dan gemiddelde grootte. Op wat aanpassingen aan luchtwassers in de stallen na is het bedrijf klaar voor de toekomst.
Sinds 2009 zit hij in de varkenshouderij. Het bedrijf was van zijn vader. “Van 2000 tot 2013 heb ik bij VION gewerkt, meestal in de planning van de varkens. In 2009 ben ik met mijn vader in de VOF gegaan. Vanaf dat moment ben ik het langzaam gaan afbouwen bij VION. Eerst vier dagen in de week, daarna drie dagen.” Inmiddels zet hij het bedrijf in zijn eentje voort. “Al heb ik er wel een bedrijf bij dat op loonwerkbasis ’s morgens een paar uurtjes meehelpt. En ook op vrijdag, met het varkens laden en schoonmaken van de afdelingen.
In totaal een uurtje of dertig in de week. Mijn vader helpt op woensdag mee met het uitzoeken van de vleesvarkens.”
Als varkenshouder is hij eraan gewend dat de markt nooit een mooie rechte lijn laat zien. “In de varkenshouderij heb je nu eenmaal goede jaren en slechte jaren. Nu is het ook maar gewoontjes. Corona blijft er maar doorheen fietsen en dan heb je in het buitenland ook nog eens varkenspest. Het is en-en-en.”
En toch: voor pessimisme over de sector moet je niet in Maren-Kessel zijn. “Ik denk dat er nog steeds toekomst is voor de varkenshouderij. Er blijft altijd vraag naar vlees, als ik zie wat voor een hoge eisen wij aan het vlees stellen. Dat moeten we wereldwijd toch kunnen verwaarden?” Hier en daar ziet hij collega’s afhaken, al is het niet in de mate die hem zorgen baart. Mark (46): “Een aantal bedrijven hebben een paar jaar geleden gebruik gemaakt van de stoppersregeling. Bij een nieuwe regeling zullen er weer wat bedrijven verdwijnen.”
Momenteel zijn de drie bedrijven up-to-date. “In 2024 moet ik wel weer wat aanpassen. Luchtwassers van 70 naar 85 procent brengen op één locatie, op een andere locatie luchtwassers plaatsen. Het blijven altijd nog wel hele investeringen. Maar het is niet zo dat we er een compleet nieuwe stal voor moeten bouwen.”
Of er bedrijfsopvolgers klaar staan? “We hebben een dochter en vier zonen. De oudste werken al goed mee. Maar of ze het bedrijf willen overnemen? Dat moet je nog maar afwachten. Als er werk is dat hen beter bevalt, dan is het ook goed. Je kunt ze toch niet dwingen? Zeker met de huidige maatstaven moet je er voor 100 % achterstaan.”
Het is een verwijzing naar de actuele status in de sector. De varkenshouderij staat er niet goed op in de publieke opinie. “Aan dat eenzijdige beeld is de pers ook debet. Ze blijven er maar over schrijven. Die artikelen worden weer overgenomen, er wordt weer uit geciteerd. Zo blijft het terugkomen en maak je van iets kleins iets heel groots. Recent nog, een artikel in het Brabants Dagblad over de Formule-1 in Zandvoort. Dan staat er meteen bij: ja, maar de grootste stikstofemissie komt toch van de boeren. Dat zijn toch schandalige citaten? Iemand roept weer eens wat en het wordt meteen opgeschreven! Het staat allemaal niet meer in verhouding.” De trekker staat in ieder geval nog niet op pole-position om meteen naar het Malieveld te rijden. Mark: “Nee, ik ben nooit mee geweest naar Den Haag. Je moet het thuis verdienen.”
Bij dat verdienen komt ook een accountant kijken. Dat is Alfa. “We zaten bij De Raam Accountants dat door Alfa Accountants is overgenomen. Zo zijn we er binnengekomen. We doen zelf al veel aan de voorbereiding van de administratie.
Alfa maakt dan de jaarrapporten. En als er een keer iets bijzonders speelt dan schakelen we Tom van de Wassenberg van Alfa in. Tom is een rustig iemand. Als ik hem nodig heb weten we elkaar te vinden. Ja, een goede communicatie vind ik belangrijk bij een accountantskantoor, dat je meteen een antwoord krijgt als je iets vraagt. Al is het maar:
‘Ik ben er even een paar dagen niet’, dan houd je er rekening mee.”