Marleen van Dongen
Salarisadministrateur
088 2532072 | mvandongen@alfa.nl
30 november 2022 | Door: Marleen van Dongen
Ben je actief in de transportsector én heb je personeel in dienst? Dan zijn er minstens negen onderwerpen die jouw aandacht vragen in het komende kalenderjaar. Als eerste de loonsverhoging op basis van het nieuwe CAO per 1 januari 2023. Ook op andere gebieden wijzigt er wel weer het een en ander wat invloed heeft op jouw personeelsbeleid.
De lonen die horen bij de loonschalen A tot en met H én de bruto toeslagen stijgen per 1 januari 2023 met 7,5 procent. De verblijfkosten worden per 1 januari 2023 aangepast aan het stijgingspercentage van de consumentenprijsindex voor restaurants, cafés en dergelijke over de periode tussen 1 oktober 2020 en 1 oktober 2021. Daarbij is sprake van een maximering op 7,5 procent.
Ook de brutobedragen van het wettelijk minimumloon en het minimumjeugdloon gaan per 1 januari 2023 stijgen met 10,15 procent. De stijging van het minimumloon heeft dus gevolgen voor het jeugdloon van de niet vakbekwame werknemers. De bedragen per 1 januari 2023 zijn als volgt:
Voor oud KNV bedrijven, geldt een korting op de te betalen lonen. Vanaf 1 januari 2023 wijzigt deze verlaging in 0,32 procent (was 0,34 procent).
In de maand januari 2023 krijgen de werknemers een eenmalige uitkering van 250 euro bruto bij een fulltime werkweek van 40 uur. Bij parttime werknemers wordt de uitkering naar rato uitgekeerd. Eventueel kan de uitkering ook in de werkkostenregeling worden ondergebracht.
Jaarlijks wordt door Panteia een rapportage gemaakt over de kostenontwikkelingen in het wegvervoer. Voor 2023 is de verwachting dat de kostenontwikkeling (exclusief brandstofkostenontwikkeling) ten opzichte van 2022 in het binnenlands wegvervoer varieert tussen de +6,2 procent en + 8,9 procent. Voor grensoverschrijdend wegvervoer ligt de geraamde kostenstijging (exclusief brandstofkostenontwikkeling) tussen de +6 procent en +8 procent. De loonkosten stijgen naar verwachting met gemiddeld 9,37 procent.
De conclusie is dan dus dat voor binnenlands wegvervoer de verwachte kostenstijging in 2023 ligt tussen 15,57 procent en 18,27 procent en voor grensoverschrijdend wegvervoer tussen 15,37 procent en 17,37 procent. Dit is nog exclusief de verhoging van de kosten van verzekeringen, reparatie en onderhoud en afschrijving.
Door de stijging van het minimumloon zal ook het maximum sociaal verzekerd loon, op basis waarvan je als werkgever de sociale verzekeringen afdraagt, behoorlijk hoger worden. Het maximum premieloon wijzigt van 59.706 euro in 2022 naar 66.952 euro in 2023. Op basis van een gemiddeld werkgeverspremiepercentage van 20 procent, zullen werknemers met een loon dat boven de huidige maximumpremieloongrens uitkomt, 1.450 euro duurder worden.
Volgens de CAO hebben werknemers bij woon-werk verkeer recht op het geldende fiscale maximum netto kilometervergoeding met een maximum van 35 kilometer enkele reis. De eerste 10 kilometer komen niet voor vergoeding in aanmerking.
In 2023 wordt het fiscale maximum verhoogd naar 0,21 euro (2022: 0,19 euro). De maximale vergoeding per enkele reisafstand wordt dan dus 25 x 0,21 euro = 5,25 euro. De reiskostenvergoeding wordt alleen vergoed voor de dagen dat er daadwerkelijk woon-werkverkeer heeft plaatsgevonden en de werkgever geen vervoer ter beschikking heeft gesteld. De werkgever mag in positieve zin, dus ten gunste van de werknemer, afwijken van deze regeling. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het niet hanteren van de ondergrens van 10 kilometer.
Indien de werknemer een verplichte cursus volgt in opdracht van de werkgever of indien er een cursus wordt gevolgd voor het behouden van code 95 en het TCVT-certificaat dan worden de cursuskosten, het examengeld, de reiskosten (fiscale maximum netto kilometervergoeding) en de cursustijd door de werkgever vergoed. De uren worden vergoed op basis van 100% van het uurloon en tellen niet mee voor het aantal overuren en worden niet als zaterdag- of zondaguren vergoed.
CAO-partijen zullen uiterlijk in januari 2023 een overleg starten over de gezamenlijke Toekomstagenda. Doel van dit overleg is om bindende afspraken te maken over de maatregelen die nodig zijn om een toekomstbestendige sector te realiseren. Het gaat daarbij dan onder andere om werving en selectie, duurzame inzetbaarheid, gelijk speelveld en handhaving van wet- en regelgeving. De besprekingen dienen in september 2023 afgerond te zijn.
In ieder geval is nu al afgesproken dat de sector er naar moet streven om meer mensen met een arbeidsbeperking te werk te gaan stellen. Via het sectorinstituut zal er naar worden gestreefd om hier invulling aan te geven.
De vrije ruimte binnen de werkkostenregeling wordt in 2023, in verband met de verhoging van het minimumloon éénmalig verhoogt naar 3 procent over de eerste 400.000 euro van de fiscale loonsom en 1,18 procent over het restant van de loonsom. Komt het bedrag van de personeelsvergoedingen en -verstrekkingen boven de grens van de vrije ruimte, dan betaal je als werkgever over dat extra bedrag 80 procent eindheffing.
In de CAO 2023 komt een dringende aanbeveling om de ruimte binnen de WKR te benutten voor de fiscale verrekening van de vakbondscontributie. In de CAO 2024 zal vervolgens een bepaling worden opgenomen dat de werkgever op verzoek van de werknemer hier verplicht aan zal meewerken, mits de werknemer dit uiterlijk op 1 september 2023 aan de werkgever kenbaar heeft gemaakt. Voor werknemers die na 1 september 2023 in dienst komen, zal een passende oplossing worden gezocht.
Voor directeur grootaandeelhouders (meer dan 5 procent aandelen) wijzigt in 2023 de wijze waarop het loon moet worden vastgesteld. Tot 2023 mocht je in sommige gevallen uitgaan van 75 procent van het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Dit wordt ook wel de ‘doelmatigheidsmarge’ genoemd.
Vanaf 1 januari 2023 mag dit niet meer en moet het salaris 100 procent van het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking bedragen. Zijn over het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking afspraken gemaakt met de belastingdienst, dan blijft de afspraak over de hoogte van dit loon van kracht. Wel dient dan 100 procent van dit loon als gebruikelijk loon te worden aangemerkt.
Je begrijpt dat wij bovengenoemde onderwerpen in deze nieuwsbrief niet uitputtend kunnen behandelen. Ben je klaar voor 2023? Als dat voor jou nog een vraag is, neem dan gerust contact met ons op. Wij praten je graag bij!