Teruggaaf van btw op oninbare vorderingen
20 januari 2017
|
Door:
Tjard in 't Veld
Per 1 januari 2017 is het mogelijk om de BTW terug te vragen op een vordering die één jaar na de factuurdatum nog niet (geheel) is betaald. Bovendien mag dit in de reguliere BTW aangifte en is er geen apart verzoek meer nodig.
Oude en nieuwe situatie
Wanneer u een factuur met BTW heeft gestuurd, die niet of gedeeltelijk wordt betaald is er sprake van een (gedeeltelijke) oninbare vordering. De BTW op de factuur is dan wel door u afgedragen, maar niet ontvangen. Wanneer dit voor 1 januari 2017 gebeurde moest u wachten met het terugvragen van de afgedragen BTW tot de vordering definitief oninbaar zou worden. Vanaf 1 januari 2017 mag u dit na verloop van één jaar na de uiterste betalingsdatum.
De teruggaaf
Vanaf 2017 moet u het BTW-bedrag op de oninbare vordering terugvragen via de reguliere BTW-aangifte. Meest voor de hand ligt om het factuurbedrag als negatieve omzet aan te geven.
Wat als er alsnog betaling plaatsvindt?
Mocht u een teruggaaf ontvangen ten aanzien van een factuur waarop later toch betaling plaatsvindt, dan wordt de alsnog ontvangen BTW aangegeven in het aangiftetijdvak waarin de betaling wordt ontvangen.
Overgangsregeling
Is er een vordering waarvan de uiterste betaaldatum is verstreken voor 2017 dan geldt er een overgangsrecht. De eenjaarstermijn wordt dat geacht te starten op 1 januari 2017. Het recht op teruggaaf ontstaat dan op 1 januari 2018, tenzij de oninbaarheid eerder op andere wijze vast komt te staan. Ook dan moet u de het verzoek om teruggaaf doen via de aangifte. Voor de duidelijkheid hebben wij hieronder een stroomschema voor u opgenomen, zodat u kunt zien wat u wanneer kunt doen.
Stroomschema
Meer informatie?
Wilt u meer weten over dit onderwerp? Neem dan gerust contact op met Tjard in ’t Veld via telefoon 088 2532129 of e-mail: tintveld@alfa.nl