Nicky 't Lam, de financiële planner met een lange adem
13 juli 2022 | Door: Nicky 't Lam
Ze had er al een 25-jarig jubileum bij de Rabobank op zitten. “Ik had er een leuke functie, ik zat goed op mijn plek.” Totdat Nicky ’t Lam zich realiseert dat de Rabobank-jaren zich wel heel snel aaneenrijgen. “Het zal toch niet gebeuren dat ik later maar één werkgever heb gehad!” Inmiddels staat de teller alweer een paar maanden op twee. Bij Alfa heeft ze zelfs een dubbelfunctie: die van relatiemanager in Gorinchem en financieel planner voor de kantoren in Raamsdonksveer, Langenboom en Gorinchem.
Het was wel even omschakelen, na 26 jaar één en dezelfde baas. “De eerste maand was lastig. Ik kwam uit een omgeving waar ik blindelings wist wat ik moest doen en waar zaken lagen, fysiek en digitaal. De systemen kende ik door en door. Ik dacht: dat krijg ik bij Alfa nooit onder de knie! Maar na drie maanden kan ik zeggen dat ik hier de weg aardig kan vinden. En je moet de organisatie leren kennen. Ik ben vooral aan de slag gegaan en ik heb alle hulp die collega’s aanboden met twee handen aangegrepen.”
Alfa kende ze, van bankcollega’s die eerder de overstap hadden gemaakt. Op één ding na: “Ik wist niet dat Alfa zoveel mkb-klanten had! Toen ik vertelde van mijn overstap, was het vaak: o, je gaat naar dat Agrokantoor. Nou, dat ligt met fifty-fifty heel wat genuanceerder hoor!”
‘Wat heeft een klant nodig?’
Inmiddels heeft ze een flink gevulde portefeuille met klanten voor wie Nicky de financiële toekomst uitstippelt, naast haar werk als relatiemanager. Het is de rol die zij bij de Rabobank ook had. “Maar het verschilt wel. Bij de bank had ik te maken met het opschalen van vermogensgrenzen. Minder maatwerk, meer standaardisering. Wat ik bij Alfa fijn vind, is dat je veel meer kunt kijken wat een klant nu echt nodig heeft. En de output is anders. Bij Alfa krijg je een compact rapport met veel grafieken en staafdiagrammen. Heel visueel, heel toegankelijk.”
Een financieel plan is nooit ‘af’, zegt Nicky. Eenmaal per jaar is wat haar betreft een goed ijkmoment om het rapport te actualiseren. “Wat hebben we afgesproken? Waar staan we nu? Dat is bij Alfa heel goed ingeregeld.”
Artikel gaat verder onder de foto.
Situatie in de wereld
De instabiele situatie in de wereld heeft ook grote impact op haar werk, constateert ze. “Met alle problematiek rond stikstof gaat er bij agrarische klanten meer behoefte komen aan inzicht over de toekomst. Heeft mijn bedrijf nog wel bestaansrecht? Een ander aspect is de vermogensrendementsheffing. De overheid weet zelf niet welk pad zij op willen. Dat maakt het lastig anticiperen. Je hebt inflatie. Standaard rekende ik tot enkele maanden geleden nog met twee procent per jaar. Pas heb ik voor een klant rekening gehouden met een hoger percentage, om een beetje marge in te bouwen. Beleggen is ook onrustig op dit moment.”
Lange termijn
Als enthousiast lange-afstandloopster weet Nicky dat financieel plannen ook een lange adem vraagt. “Bekijk het op de lange termijn, is hetgeen ik altijd tegen klanten zeg. Je hebt het geld niet over twee jaar nodig, je kunt wachten op betere tijden. Die gaan er gewoon komen. Als je naar het verleden kijkt zie je dat beleggen bijvoorbeeld altijd meer opbrengt dan sparen. Als ik mijn werk goed doe, ligt er een geruststellend plan.”
Veertig jaar een goed moment
Al scheelt het wel als een ondernemer tijdig aan de bel trekt bij een financieel planner. Nicky: “Een klant gaat vaak pas nadenken in de fase vijftig-plus. Dan zien mensen: hé, die oude dag komt aardig in zicht. Maar eigenlijk vind ik dat veertig jaar het moment moet zijn om je op je toekomst te gaan bezinnen. Dan heb je nog een heel mooie lange horizon om aan je toekomst te werken. Als je vijftig bent moet je veel meer investeren dan wanneer je begint met 35, 40. En je kunt makkelijker de kosten opvangen van kinderen die gaan studeren. In de periode daarvoor heb je immers al een buffertje opgebouwd. Ik neem ook altijd de huwelijkse voorwaarden en het testament mee. Ook als er onverhoopt iets naars gebeurt moeten dingen helder en goed geregeld zijn.”
Hardlopen om zeven uur 's morgens
Driemaal per week trekt ze de hardloopschoenen aan in haar woonplaats Giessen. Afgelopen zaterdag zelfs om zeven uur ’s morgens. “Nee, ik ben geen ochtendmens, maar het zou warm worden. Voor het hardlopen maak ik een uitzondering. Lekker met een groepje van vier op pad. Kletsenderweg ben je zo twaalf, vijftien kilometer verder. Je geniet van de natuur, van het gezelschap en van de koffie achteraf. Dan is het echt geen straf om vroeg op pad te zijn.”