Monique Bieleman
Senior Fiscaal adviseur
088 2532750 | mbieleman@alfa.nl
28 april 2021 | Door: Monique Bieleman
De bedrijfsopvolgingsregeling (hierna: BOR) is de regeling in de Successiewet die bedrijfsopvolgingen binnen de familie mogelijk moet maken. De BOR biedt een grote vrijstelling in de erf- en schenkbelasting wanneer het bedrijf voor een lagere waarde wordt overgedragen of vererft . De regeling is vaak noodzakelijk om voortzetting mogelijk te maken voor de opvolger. Er wordt gevreesd voor de toekomst van familiebedrijven als de regeling zou worden afgeschaft.
Met behulp van de huidige BOR-regels kun je een vrijstelling voor de schenk- of erfbelasting claimen voor de waarde van je familiebedrijf. De vrijstelling bedraagt in 2021 maar liefst 100% voor € 1.119.845 aan ondernemingsvermogen. Boven deze vrijstelling geldt een vrijstelling voor 83% van het overige. Daarvóór geldt nog een vrijstelling als er sprake is van een verschil tussen de zogenoemde liquidatiewaarde (taxatiewaarde) en de ‘going-concernwaarde’. Dit laatste speelt in de agrarische sector. Het gehele verschil is vrijgesteld van heffing. De vrijstellingen worden gebruikt om familiebedrijven te kunnen doorgeven aan de volgende generaties.
In opdracht van FBNed, een belangenorganisatie voor familiebedrijven, heeft KPMG een onderzoek gedaan naar de gevolgen van afschaffing van de BOR. Hieruit bleek onder andere dat een derde van de gevraagde familiebedrijven vreest voor de toekomst van hun bedrijf bij afschaffing van de regeling. Andere onderzoeken concluderen weer dat bij driekwart van de bedrijfsopvolgingen in privé of bedrijf voldoende financiële middelen zitten om de schenk- of erfbelasting te betalen. Het rapport ‘Bouwstenen voor een beter belastingstelsel’ adviseert om de vereisten aan te scherpen en de omvang van de bedrijfsopvolgingsregeling te versoberen.
In de agrarische sector lijkt een te grote bevoordeling over het algemeen niet aan de orde te zijn. Hier zijn de vrijstellingen vaak noodzakelijk om opvolging voor een volgende generatie mogelijk te maken. Ook in de recreatiesector is dit vaak aan de hand. Maar bij een versobering of afschaffing zullen ook deze sectoren te maken krijgen met de gevolgen.
Wel is met name het eerste onderdeel van de vrijstelling, het verschil tussen liquidatiewaarde en going concernwaarde, van levensbelang voor deze bedrijven. Aan de overige delen van de vrijstelling wordt vaak niet eens toegekomen. De vrijstelling tot aan de going-concernwaarde is absoluut noodzakelijk in de agrarische sector, anders is opvolging in het geheel niet meer mogelijk.
Er zijn kritische rapporten van onder andere het Centraal Planbureau (CPB) en het ministerie van Financiën. Ook pleiten enkele politieke partijen voor versobering of zelfs afschaffing van de regelingen. En ook sommige ambtenaren, wetenschappers en politici vinden de regeling te ruim en vinden de doelmatigheid te beperkt. Zij stellen dat vermogensongelijkheid in de hand wordt gewerkt. Anderzijds waarschuwen ondernemers dat de continuïteit van hun bedrijf in gevaar komt bij afschaffing en dat dit een grotere schade aan de binnenlandse economie teweegbrengt.
Alles zal uiteindelijk afhangen van de politieke standpunten hieromtrent en de uitkomsten van de coalitie. Grote kans dat deze zaken op de agenda voor het regeerakkoord staan. De lobby om deze belangrijke fiscale faciliteit voor de overdracht van familiebedrijven te behouden draait dan ook op volle toeren.
Al met al reden om vooraf na te denken over de noodzaak van de bedrijfsopvolgingsregeling voor je bedrijf. Zou de opvolging onmogelijk worden voor je bedrijf als deze regeling drastisch wordt versoberd? Kan er nu al rekening worden gehouden met vermogensoverdracht of zou je zelfs je overdracht willen vervroegen? Genoeg zaken om over na te denken. Als je nieuwsgierig bent geworden naar aanleiding van dit artikel, kun je gerust contact met ons opnemen!