Inbreng in de BV en de coronacrisis
31 maart 2020 | Door: Joost Blom
Veel ondernemingen hebben het moeilijk als gevolg van de coronacrisis. Het is zeker niet ondenkbaar dat er ondernemingen zullen zijn die het, ondanks de maatregelen van de overheid, niet gaan redden en dus failliet gaan. Zit je onderneming in de Besloten Vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (BV), dan kan je je privé-vermogen waarschijnlijk buiten dat faillissement houden en daarmee je privé-vermogen behouden. Maar zit je onderneming in een eenmanszaak, VOF, CV of maatschap, dan zal een faillissement van de onderneming ook tot een faillissement van de ondernemer in privé leiden. Dit geldt alleen niet voor de commanditaire vennoot in een CV. Deze zal alleen zijn inbreng in de onderneming kwijt zijn.
Her en der vind je op internet het advies om je onderneming nog snel in te brengen in de BV om zo een privé faillissement te voorkomen. Inbreng in de BV zal echter op korte termijn geen oplossing geven. Hoe zit het echt?
Gevolgen inbreng in de BV
Als je je huidige eenmanszaak, VOF, CV of maatschap nu alsnog inbrengt in de BV zal dat op termijn zeker tot een beperking van de privé-aansprakelijkheid leiden. Probleem is echter dat alle verplichtingen die je aan gegaan bent als ondernemer voordat je de onderneming hebt ingebracht in de BV, na de inbreng ook nog steeds blijven rusten op de privé-perso(o)n(en)-ondernemers. Deze verplichtingen zullen weliswaar bij een onverhoopt faillissement eerst verhaald gaan worden op het vermogen van de BV, maar als dat te weinig is, zullen de rest van de verplichtingen nog steeds verhaald kunnen worden op het privé-vermogen van de ondernemers.
Het is namelijk in Nederland zo geregeld dat als je als privé-persoon-ondernemer een verplichting aangaat, je hiervoor, ook na de inbreng in de BV, aansprakelijk blijft. Dit kun je weliswaar anders regelen door met alle crediteuren/contractspartijen expliciet af te spreken dat vanaf het moment van inbreng, zij de privé-persoon-ondernemer vrijwaren van die verplichtingen en zich in het vervolg alleen zullen verhalen op het vermogen dat in de BV is ingebracht.
De praktijk leert echter dat crediteuren/contractspartijen hiertoe niet snel hun medewerking verlenen. Zij zullen immers geconfronteerd worden met een kleiner vermogen na inbreng in de BV (immers het privé-vermogen van de ondernemer blijft buiten de BV) dan voor inbreng. De kans dat zij dan het verhaal op het privé-vermogen laten vallen is heel klein.
Toekomstige verplichtingen
Wel is het zo dat voor alle nieuwe verplichtingen na de inbreng, in principe alleen het vermogen dat in de BV zit aansprakelijk is. Die nieuwe crediteuren/contractspartijen zullen zich dus niet meer op het privé-vermogen van de ondernemer kunnen verhalen. Maar er zijn natuurlijk partijen die ook in die situatie een borgstelling eisen van de privé-persoon (denk bijvoorbeeld aan banken, energiemaatschappijen, telecombedrijven). In dat geval kunnen die crediteuren/contractspartijen wel weer het privé-vermogen van de ondernemer aanspreken. Overigens geldt dit dan alleen voor die specifieke contractspartijen die dit met de ondernemer afspreken en uitsluitend tot de bedragen waarvoor de borgstelling is af gegeven.
Bestuurdersaansprakelijkheid
Een ander punt waar rekening mee gehouden moet worden, is bestuurdersaansprakelijkheid die altijd bij een BV geldt. Deze aansprakelijkheid zorgt er voor dat een bestuurder ingeval van wanbeleid altijd in privé aansprakelijk kan worden gesteld voor het tekort bij een faillissement van de BV. Dit geldt ook indien je een andere BV als bestuurder laat optreden. De privé-persoon die uiteindelijk achter de vennootschap-bestuurder zit, is in privé dan aansprakelijk. Het is dus zeker niet zo dat als je eenmaal in de BV zit en alle ‘oude’ crediteuren afgewikkeld hebt, je dan per definitie niet in privé aansprakelijk bent. Bestuurdersaansprakelijkheid wordt tegenwoordig heel snel aangenomen door een curator. Weliswaar echt niet altijd terecht, maar het kan behoorlijk lastig zijn om een eenmaal door een curator gestelde bestuurdersaansprakelijkheid van tafel te krijgen.
Fiscaliteit en kosten
Een ander aspect waar je goed rekening mee moet houden als je je onderneming in de BV gaat inbrengen is dat de belastingheffing in de BV heel anders verloopt dan in de IB-ondernemingen. Bij lagere winsten zal een inbreng in de BV zelfs lijden tot een hogere belastingheffing. Daarnaast is het belangrijk om de inbreng op een zorgvuldige manier uit te voeren. Doe je het via de verkeerde weg, dan kan dat ook nog een aanzienlijke, eenmalige, belastingheffing tot gevolg hebben.
Ook het juridische traject om daadwerkelijk te komen tot oprichting van de BV(‘s) en de daarbij behorende inbreng, is uitgebreid en brengt behoorlijk wat kosten met zich mee. Als na de inbreng in de BV blijkt dat het fiscaal bezien voordeliger is om de onderneming in privé en dus de inkomstenbelasting te drijven, zullen er ook weer aanzienlijke kosten gemaakt moeten worden om de onderneming uit de BV te krijgen. Ook hiervoor geldt dus dat zorgvuldigheid voorop moet staan voordat je de kosten van inbreng gaat maken. Overleg daarom vooraf met iemand die goed fiscaal onderlegd is.
Samenvattend
Samenvattend kan dus gesteld worden dat inbreng in de BV op korte termijn geen voordeel voor de aansprakelijkheid zal opleveren. Slechts op langere termijn valt hier een voordeel te behalen. Inbreng in de BV heeft fiscaal nogal wat consequenties en je zal dan ook een zorgvuldige afweging moeten maken of inbreng wel voordelig (genoeg) is. Ook is het traject van inbreng niet eenvoudig en moet zorgvuldigheid voorop staan. Overleg met je Alfa-adviseur is essentieel in dit kader.