Holding met meer bestuurders: let goed op aansprakelijkheid
4 maart 2019 | Door: Hilly Soede
Twee broers waren directeur van een holding die bestuurder was van een inmiddels failliete vennootschap. Eén broer had gefraudeerd met invoerrechten. De Hoge Raad oordeelde dat de holding aansprakelijk was wegens onrechtmatige daad. Ook waren beide bestuurders van de holding ieder volledig zelf (hoofdelijk) aansprakelijk, ondanks dat maar één broer had gefraudeerd. Hoe zit dat precies?
In veel gevallen is een holding bestuurder van een werkmaatschappij. Dan is de directeur/aandeelhouder niet zelf de bestuurder van de werkmaatschappij, maar de holding.
De uiteindelijke bestuurder wordt ook wel tweedegraads bestuurder genoemd. Artikel 11 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de aansprakelijkheid van een holding als bestuurder van een andere rechtspersoon ook betekent dat elke bestuurder van die holding aansprakelijk is. Dit geldt vanaf het moment dat de aansprakelijkheid van de holding is ontstaan.
Onrechtmatige daad
Er bestond echter discussie over de vraag of dit artikel ook van toepassing zou zijn als de holding aansprakelijk is op grond van onrechtmatige daad. Voor aansprakelijkheid wegens onrechtmatige daad moet de bestuurder een ernstig persoonlijk verwijt treffen.
De vraag was: moet elke bestuurder van de holding (de tweedegraads bestuurder) ook een persoonlijk ernstig verwijt kunnen worden gemaakt als de holding aansprakelijk is wegens onrechtmatige daad?
Wat zegt de Hoge Raad?
Daarover heeft de Hoge Raad op 17 februari 2017 geoordeeld. Ongeacht of de bestuurder van de holding zelf een persoonlijk ernstig verwijt treft, is deze aansprakelijk. Wel vindt de Hoge Raad dat de bestuurder in persoon niet aansprakelijk is als hij aantoont dat hem persoonlijk geen ernstig verwijt kan worden gemaakt van de gedragingen waarop de aansprakelijkheid van de holding is gebaseerd. Met andere woorden: de broer die niet had gefraudeerd moest aantonen dat hij met de fraude niets te maken had.
Deze uitspraak schept wel een extra risico voor de persoonlijke bestuurder van een holding. Een schuldeiser moet niet langer aantonen dat de bestuurder in persoon een ernstig verwijt treft, maar de bestuurder moet bewijzen dat hem geen ernstig persoonlijk verwijt treft.
Risico bij meer bestuurders
Conclusie: het kan een risico zijn om een werkmaatschappij te besturen vanuit een holding die meerdere bestuurders heeft. Een misstap van een collegabestuurder zal de andere bestuurders ook worden aangerekend, tenzij die bestuurders kunnen bewijzen dat hen geen verwijt treft. Het bewijsrisico ligt dan bij de bestuurders in plaats van bij de schuldeisers.
Vragen?
Met meer dan 30 vestigingen is Alfa overal dichtbij.