Box 3 en de aangifte inkomstenbelasting 2022
1 maart 2023 | Door: Dick Leeuw
Vanaf 1 maart kan je weer je aangifte Inkomstenbelasting 2022 invullen. Er wordt van je verwacht dat je de aangifte voor 1 mei inlevert. Heb je vermogen dan moet je dat ook in deze aangifte opnemen. Op 24 december 2021 zette de Hoge Raad met een verrassend arrest een streep door de spaartaks. Het afgelopen jaar is hierover al veel geschreven. Met het Belastingplan 2023 is de wet inkomstenbelasting per 1 januari 2023 aangepast. In 2022 geldt dus nog steeds het “oude systeem” Het oude systeem wordt voor 2022, als dit voor jou voordeliger is, gecorrigeerd met de zogenoemde spaarvariant. Al met al is 2022 een bijzonder jaar als het over box 3 gaat. Heb je vermogen lees dan vooral verder.
Wettelijk systeem box 3 (tot en met 2022)
Je betaalt in box 3 jaarlijks belasting over je vermogen op de peildatum (1 januari) op basis van een forfaitair rendement. Dit rendement is vastgesteld op basis van het rendement van spaargeld en beleggingen uit voorafgaande jaren. Het rendement waarmee wordt gerekend, is tot en met 2022 afhankelijk van de hoogte van je vermogen en niet van de werkelijke samenstelling hiervan.
Omvang vermogen
Schijf 1: van € 0 t/m € 50.650 1,82 procent
Schijf 2: € 50.650 t/m € 962.350 4,37 procent
Schijf 3: meer dan € 962.350 5,53 procent
Bij partners is het onder het oude systeem meestal voordelig om het vermogen gelijk te verdelen tussen partners. De verschuldigde belasting over dit rendement bedraagt in 2022: 31%.
Automatisch rechtsherstel volgens spaarvariant over 2022
Voor de belastingaanslag 2022 over Box 3 geldt het rechtsherstel volgens de spaarvariant. Dit systeem wordt door de Belastingdienst in 2022 toegepast als dit voor jou voordeliger is dan het wettelijke systeem. Dit is bijvoorbeeld het geval als je vermogen voor een belangrijk deel uit spaargeld bestaat. De grondslag waarover belasting wordt geheven in box 3 gaat uit van de werkelijke verdeling van je vermogen over drie vermogensgroepen, banktegoeden, overige bezittingen (onder meer beleggingen en onroerend goed) en schulden. Vervolgens bereken je per vermogensgroep het box 3 inkomen op basis van een verondersteld rendement. Voor 2022 bedragen deze rendementen (volgens de informatie van de Belastingdienst):
Spaargeld 0,00 procent
Beleggingen/andere bezittingen 5,53 procent
Schulden 2,28 procent
Over dit box 3 inkomen wordt, na aftrek van een vrijstelling, 31 procent belasting geheven. De verdeling tussen partners heeft meestal geen invloed meer op het totale bedrag dat je samen aan box 3-belasting betaalt.
Kijk goed naar jouw rendement
Naast het Kerstarrest zijn er inmiddels ook Sinterklaas-uitspraken. Uit deze uitspraken kan worden afgeleid dat mogelijk toch alleen mag worden geheven over het werkelijke rendement. Rendement bestaat uit direct rendement, bijvoorbeeld huuropbrengsten, rente en dividend en indirect rendement (waardestijgingen of -dalingen). Onduidelijk is of het ongerealiseerde indirecte rendement ook meetelt voor de bepaling voor de box 3 belastingheffing. Kijk daarom goed of het rendement waarmee de Belastingdienst rekent hoger is dan jouw “werkelijke” rendement.
Hoe nu verder?
Vind je dat de belastingheffing over jouw vermogen te hoog is, maak dan binnen zes weken nadat de aangifte definitief is geworden bezwaar. Anders dan voor de jaren 2017-2020 is er nog geen regeling waardoor je automatisch meedoet met een zogenoemd massaal bezwaar. Je moet dus zelf actie ondernemen. Hulp nodig bij het opstellen van het bezwaar of vragen over de aangifte inkomstenbelasting? Neem gerust contact op met onze adviseurs, zij helpen je graag verder.