Banner

Didam-arrest bij pacht

23 januari 2023 | Door:  Annelou Olde Beverborg

In een recente uitspraak1 oordeelde de pachtkamer van de Rechtbank Noord-Nederland dat het Didam-arrest ook geldt bij pacht. Ook bij pacht van gronden moet een gemeente het gelijkheidsbeginsel in acht nemen en een selectieprocedure doorlopen. 

Hoe zat het ook alweer?

In het Didam-arrest oordeelde de Hoge Raad dat een overheidslichaam bij verkoop van onroerend goed op basis van het gelijkheidsbeginsel iedereen gelijke kansen moet bieden. Wanneer meerdere potentiële gegadigden worden verwacht, moet het overheidslichaam een selectieprocedure doorlopen. De selectie moet geschieden op basis van objectieve, toetsbare en redelijke criteria. Wanneer er slechts één potentiële gegadigde is, hoeft deze selectieprocedure niet plaats te vinden.

Uitspraak

In de recente uitspraak speelde het volgende. Een akkerbouwer was in gesprek met de gemeente Veendam en daarin is gesproken over een pachtovereenkomst. Afgesproken is dat eind 2020 en eind 2021 percelen van de gemeente in gebruik zouden komen bij de akkerbouwer. In schriftelijke correspondentie heeft de gemeente bevestigd dat reguliere pacht is afgesproken. De gemeente geeft de percelen echter niet op de afgesproken momenten in gebruik aan de akkerbouwer. De akkerbouwer vordert vastlegging van reguliere pachtovereenkomsten. De pachtkamer is van oordeel dat de overeenkomst die tussen partijen tot stand is gekomen als pachtovereenkomst moet worden aangemerkt.

De gemeente beroept zich in haar verweer op het Didam-arrest. De pachtovereenkomst zou nietig zijn, omdat deze in strijd met het gelijkheidsbeginsel tot stand is gekomen. De pachtkamer verwijst eerst naar rechtspraak waaruit volgt dat ook bij erfpacht, verhuur van onroerend goed en grondruil de procesregels uit het Didam-arrest gelden. De pachtkamer oordeelt dat hetzelfde geldt bij pacht. De gemeente heeft het gelijkheidsbeginsel geschonden door geen selectieprocedure uit te schrijven.

Toch leidt deze schending niet tot nietigheid van de pachtovereenkomst. De overeenkomst is aangegaan vóór het Didam-arrest. De akkerbouwer mocht er dan ook op vertrouwen dat de gemeente haar verplichtingen uit de pachtovereenkomst zou nakomen. Daarmee is sprake van een conflict tussen twee beginselen van behoorlijk bestuur, namelijk het vertrouwensbeginsel en het gelijkheidsbeginsel. In dit geval woog het vertrouwensbeginsel het zwaarst. 

Conclusie

Het komt niet als verrassing, maar ook bij pacht moet een overheidslichaam dus een selectieprocedure organiseren. Enkel als er slechts één gegadigde is, kan een selectieprocedure achterwege blijven. Uit de uitspraak blijkt ook dat een schending van het gelijkheidsbeginsel niet in alle gevallen leidt tot nietigheid of vernietiging van een (pacht)overeenkomst.

1 ECLI:NL:RBNNE:2023:82

Annelou Olde Beverborg

Annelou Olde Beverborg

Juridisch adviseur

088 2531324 | aoldebeverborg@alfa.nl


Meer over Annelou