Banner

Vervolg Didam-arrest: kennisgeving provincie volstond

26 september 2022 | Door:  Annelou Olde Beverborg

In mijn eerdere artikel (naar artikel) schreef ik al dat de regel in het Didam-arrest ook geldt voor een grondruiltransactie . Dit bleek uit een uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. In een recent kort geding kwam opnieuw grondruil aan de orde. Kernvraag was of de provincie met een grondruiltransactie in strijd heeft gehandeld met het gelijkheidsbeginsel. In het bijzonder gaat het om de vraag of de provincie heeft voldaan aan de eisen die de Hoge Raad in het Didam-arrest heeft gesteld aan een verkoop van grond door een overheidslichaam.

Didam-arrest

Wanneer meerdere potentiële gegadigden worden verwacht, moet het overheidslichaam een selectieprocedure doorlopen. Alleen wanneer er slechts één potentiële gegadigde is, kan de selectieprocedure achterwege blijven.

Wat speelde er in deze zaak?

De provincie Overijssel deelde in een kennisgeving mede dat zij van plan was om percelen landbouwgrond aan een geselecteerde gegadigde te verkopen middels grondruil. Twickel (een beheerder van landgoederen) startte een kort geding, omdat zij ook in aanmerking wilde komen voor de percelen. De provincie hanteert naar eigen zeggen als uitgangspunt dat gronden in een biedprocedure openbaar worden verkocht. Reden om in dit geval geen biedprocedure te volgen, was dat slechts één gegadigde in aanmerking kwam.

De provincie heeft voor het Natura 2000-gebied Bergvennen en Brecklenkampseveld een beheerplan en inrichtingsplan opgesteld. Binnen deze plannen krijgen enkele gronden binnen het Natura 2000-gebied, welke nu nog een agrarische bestemming hebben, een natuurbestemming. Hiervoor moet de provincie gronden binnen het gebied, waaronder grond van de geselecteerde gegadigde en van Twickel, aankopen. De geselecteerde gegadigde is bereid zijn land in het gebied te verkopen aan de provincie in ruil voor vervangende percelen.

Criteria/Eén gegadigde

De provincie heeft drie criteria gehanteerd. Op basis van deze criteria oordeelt de provincie dat er maar één serieuze gegadigde is. De provincie vindt deze criteria objectief, toetsbaar en redelijk. De voorzieningenrechter is het eens met de provincie.

Als eerste criterium hanteerde de provincie dat alleen partijen in aanmerking komen die gronden aan de provincie moeten overdragen voor de natuurdoelen, waarvoor in het uiterste geval onteigend wordt. Dit criterium vindt de voorzieningenrechter objectief en redelijk. Onteigening is nu nog niet aan de orde, maar is wel het ultimum remedium. Ook is de provincie wettelijk verplicht eerst in overleg te proberen de grond te verwerven. Twickel en de geselecteerde gegadigde komen op basis van dit eerste criterium beiden in aanmerking.

Als tweede criterium hanteerde de provincie de ligging van de te verkopen grond. Eerst kijkt de provincie of deze grenst aan de gronden van de gegadigde of anders in de directe nabijheid daarvan ligt. Als alleen met dat aspect rekening zou worden gehouden, dan voldoen zowel de geselecteerde gegadigde als Twickel aan dit criterium. Volgens de provincie gaat in dat geval de partij die de gronden zelf gebruikt voor op de partij die de gronden verpacht.  Ook dit tweede criterium acht de voorzieningenrechter objectief en redelijk.

Het derde criterium is het te compenseren grondoppervlak. De partij die als gevolg van de verkoop een groter areaal verliest, heeft volgens de provincie voorrang boven de partij die een minder groot areaal verliest. Achterliggende gedachte is dat hoe groter het te verliezen areaal, hoe groter het belang van vervangende grond zal zijn. De provincie moest ca. 15 ha van de geselecteerde gegadigde aankopen tegenover 2,5 ha van Twickel. Daarmee stond volgens de provincie vast dat de geselecteerde gegadigde het grootste belang heeft bij vervangende grond, zeker gelet op het feit dat de geselecteerde gegadigde de grond zelf exploiteert. Ook dit derde criterium acht de voorzieningenrechter objectief en redelijk.

Slot

De voorzieningenrechter oordeelde dat de provincie objectieve, toetsbare en redelijke criteria heeft gehanteerd en op basis van deze criteria tot de conclusie mocht komen dat er slechts één serieuze gegadigde was. De provincie hoeft Twickel dus niet de kans te bieden mee te dingen naar de gronden.

Dit betreft een oordeel in een kort geding. Het is afwachten hoe de rechtbank in een bodemprocedure hierover oordeelt.

Annelou Olde Beverborg

Annelou Olde Beverborg

Juridisch adviseur

088 2531324 | aoldebeverborg@alfa.nl


Meer over Annelou